In het februarinummer van de Beijumkrant schreven we over de uitkomsten van het onderzoek dat de MJD onder alle senioren van 70 jaar en ouder heeft verricht. Een onderzoek door middel van huisbezoeken, gefinancierd door en in opdracht van de gemeente; een onderzoek waar diverse organisaties, waaronder de BOB, al lang om gevraagd hadden.
Tegelijk met dit onderzoek liep ook een schriftelijke enquête onder alle 65+ers in de wijk. Een enquête waarin naar woonwensen, voorzieningen en activiteiten werd gevraagd; wensen die mogelijk een plek zouden kunnen krijgen in het nieuwe Innersdijk. De enquête en het onderzoek liepen naast elkaar zodat iedereen boven de 70 jaar niet alleen het aanbod voor een huisbezoek kreeg, maar ook de enquête kreeg aangeboden.
Het nieuwe Innersdijk.
Terwijl de sloop nog in volle gang is, zijn de plannen voor de bouw een nieuw Innersdijk al in volle gang. Welke diensten en voorzieningen moeten daarin een plek krijgen? En dan niet alleen voor de senioren in de aan te leggen aanleunwoningen bij Innersdijk, maar ook voor zelfstandig wonende wijkbewoners? Dat was de achtergrond voor de Zorggroep Groningen, waaronder Innersdijk valt, om de MJD te vragen deze enquête te laten opstellen. Vanzelfsprekend zijn de uitkomsten ook van belang voor andere instellingen en organisaties in de wijk.
Opzet enquête.
De enquête is, zoals al gesteld, per post aangeboden aan alle mensen (268 op 235 adressen) van 65 – 70 jaar en tijdens de huisbezoeken afgegeven aan alle mensen van 70 jaar en ouder (136 mensen op 116 adressen).
In totaal zijn 157 enquêtes teruggekomen, gerekend naar de in totaal 351 adressen is dat 45%. De respons bij de 70+ senioren lag hoger dan die bij de mensen die de enquête alleen per post hadden gekregen (54 tegen 38%).
Voorzieningen en diensten in Innersdijk.
Wat opviel is dat men in het algemeen meer behoefte had aan ondersteunende diensten als een huismeester en maaltijdvoorziening. Strikt medische diensten als spreekuur tandarts en ergotherapie scoorden flink lager.
Een recreatie- annex ontmoetingsruimte werd door 91% belangrijk gevonden. Die ruimte zou dan geschikt moeten worden als restaurant, educatie- en bewegingsactiviteiten en voor kunst & cultuuractiviteiten (resp. genoemd door 78%, 72%, 75% en 77%).
Hoewel de ruimtes ook door jongeren, kinderen en begeleid wonen gebruikt zouden mogen worden (‘buurthuisfunctie’ van het gebouw), gaat de voorkeur uit naar een gebruik door vooral ouderen.
STIP.
De enquête liep parallel, haast voorafgaand, aan de komst van een STIP in de Wegwijzer, dus veel ervaring met deze voorziening was er nog niet. Het STIP, voor informatie, advies en ondersteuning wordt wel als meerwaarde gezien, maar een derde deel weet dan ook nog niet of en waarom ze er gebruik van zouden gaan maken.
Wonen en woonomgeving.
Bijna iedereen die meewerkte woont langer dan 5 jaar in de wijk (92%); koop en huur houden elkaar in evenwicht. Men is (zeer) tevreden over de huidige woning (96%), tweederde (65%) woont in een eengezinswoning.
Opvallend is dat rond de 20% aangeeft dat woningaanpassing nodig is of kortgeleden is uitgevoerd om in het huis te kunnen blijven wonen en ook dat eenzelfde percentage concrete plannen heeft om te gaan verhuizen omdat men de huidige woning niet geschikt vindt om er op hoge leeftijd te kunnen blijven wonen (te groot, te bewerkelijk, trap). Uit voorzorg is een kwart zich al aan het oriënteren op een meer ‘passende’ woning: levensloopbestendig of seniorenwoning). Vrijwel iedereen geeft aan graag in Beijum te willen blijven wonen.
(deelname aan) Activiteiten in de wijk.
Twintig procent doet mee aan activiteiten in de wijk, is soms medeorganisator daarvan. Ook eenzelfde aantal geeft aan op verschillende niveaus, anderen in de buurt te helpen, te ondersteunen. In totaal 36 personen gaven aan meer informatie te willen ontvangen over activiteiten.
Bijna driekwart heeft een computer en ruim 40 personen gaven aan geïnteresseerd te zijn in een computercursus of computeractiviteiten als deze in de wijk zouden worden georganiseerd.
BOB en Beijumkrant.
Ook in de enquête is gevraagd naar bekendheid van de BOB en de waardering voor de Beijumkrant. 72% kent de BOB en bijna 10% zegt dat het voor hen wel interessant is om voor de BOB actief te zijn.
De waardering voor de Beijumkrant is uitzonderlijk hoog. 86% vindt de Beijumkrant zinvol en haalt regelmatig informatie over de wijk uit de krant, 8% weet het niet omdat ze de krant zelden of niet lezen, slechts 4% vindt het goed dat er een wijkkrant is maar dat de informatie beter zou kunnen en nog minder, 2%, vindt de krant niet nodig en/of heeft geen behoefte aan informatie over de wijk.
John Veldman