“Mam, er zit een vieze vlek in mijn broek, zo kan ik niet naar school”, aldus een jongen tegen zijn moeder. Waarna zij antwoord: “Als er veel vlekken inzitten haal ik er wel een paar uit, maar met een beetje vieze broek mag je gewoon naar school. Dat is een nieuwe regel”.
Complete onzin, hoor ik u denken. Dit is verzonnen, het komt uit een sprookje of een stripverhaal.
Toch gebeurt dit écht en wel in ons eigen Groningen.
Niet met die vieze broek, maar wel met het onderhoud en beheer van de openbare ruimte. Dat mag wel allemaal een beetje viezer worden en dan is het toch volgens de normen en dus OK, is het beleid. Maar hoe kan dat? En hoe zit dat eigenlijk?
De gemeente gaat over onderhoud en beheer van de openbare ruimte. Dagelijks zijn daar veel ambtenaren en anderen mee bezig. Die doen dat niet op eigen houtje, maar op basis van een plan, het Beheerplan Openbare Ruimte Groningen (BORG). In dat plan staat aan welke kwaliteit alle verharding (wegen, fietspaden, trottoirs), alle groenvoorzieningen, straatmeubilair en alle andere zaken die we buiten zien, moet voldoen.
Maar niet alles moet aan de hoogste kwaliteit voldoen. Centrum en Noorderplantsoen moeten schoner zijn dan de rest van de stad, volgens dat BORG. En in de stadswijken wordt ook minder snel iets hersteld. Dit omdat de gemeente niet genoeg geld uittrekt om alles in de hele stad er picobello uit te laten zien.
Elk jaar gaan dik over de 100 burgers uit de stad in tweetallen een deel, meestal een blok van een paar straten, controleren op alle zaken die in dat BORG genoemd worden, de burgerBORGschouw. Alle straten zijn ook in kleinere stukken opgeknipt en in elk stukje wordt op tientallen zaken gecontroleerd. Niet elke straat heeft een fietspad of een sloot met drijfvuil, maar het merendeel van de te controleren zaken is overal te vinden (ligt er hondenpoep, en zo ja, hoeveel?). Op een scoreformulier wordt dan het gemiddelde per onderdeel in dat stukje straat genoteerd: geen hondenpoep is een A (‘hoogste kwaliteit’) en afhankelijk van het aantal drollen krijgt dat onderdeel een B, C of D. Als je zonder over de drollen te vallen de straat niet doorkomt, krijgt het een E en mag je bellen dat ze direct komen.
Natuurlijk hoeft niet voor elke hondendrol of scheef paaltje iemand direct komen opdraven, maar als er meer aan de hand is, mag je verwachten dat de gemeente in actie komt. Als een verkeersbord nauwelijks nog te lezen is, je tussen het gras de tegels niet meer ziet, er een lading zwerfvuil in de bosjes ligt, dat soort zaken. Om ervoor te zorgen dat het kwaliteitsniveau weer gehaald wordt, het niveau waarvan we hebben afgesproken dat dit acceptabel is.
Maar nu die broek met vieze vlekken.
Vanwege de bezuinigingen gaat er minder geld naar onderhoud en beheer, heeft de gemeenteraad beslist. Met als gevolg dat niet meer alles kan worden gedaan en niet op alle onderdelen de kwaliteit wordt gehaald die eigenlijk zou moeten.
Daar hebben we het volgende op gevonden, heeft een slimmerik bij de gemeente bedacht. Als we de norm niet meer kunnen halen, verlagen we die toch gewoon? Als we eerst een B wilden halen, wordt dat vanaf nu toch gewoon een C? Dan wordt het wel allemaal een beetje minder, slechter en viezer, maar kunnen we wel zeggen dat we de toch de norm gehaald hebben en dat de stad er volgens die norm er prima bijligt. En natuurlijk zijn er wat punten van zorg en aandacht, maar daar gaan we vol goede moed aan werken om ook dat te verbeteren, zeggen we dan.
En over een paar jaar weet niemand meer dat we de norm en daarmee de kwaliteit hebben verslechterd ….
John Veldman