Moet de gemeenteraad zeggenschap afstaan aan bewoners in de Groningse wijken? En moeten de wijkbewoners ook geld krijgen voor projecten die de wijkbewoners belangrijk vinden? En wat is dan nog de rol van de gemeenteraad met 39 gekozen raadsleden?
Dit soort vragen kwam aan de orde tijdens een bijeenkomst van de gemeenteraad op woensdag 23 maart over het zogeheten ‘gebiedsgericht werken’. De uitkomst is dat de raad wel voelt voor experimenten op dit gebied.
(Debat terugkijken? Klik hier )
Klassieke manier
Het ‘gebiedsgericht werken’ is één van de pijlers van het college van B&W in Groningen. Dat betekent dat de gemeente niet meer vanuit het stadhuis maar in de wijken samen met de wijkbewoners plannen wil maken en uitvoeren. In vijf ’gebiedsteams’ werken wijkwethouders en ambtenaren samen met bewoners. “Het werk van de gemeente wordt steeds dichter bij de bewoners in de wijken georganiseerd”, vatte burgemeester Peter den Oudsten de ontwikkeling van het gebiedsgericht werken samen. “Maar kun je dan als gemeenteraad nog wel op de klassieke manier je werk doen?”, vroeg Den Oudsten, die als burgemeester ook voorzitter van de gemeenteraad is, zich af. “Hoe reageer je als raad op deze nieuwe manier van werken van de gemeente?”
Fouten
Veel fracties spraken zich uit voor experimenten. En sommige fracties willen daarin veel ruimte geven. “Wij willen ver gaan”, verklaarde D66-fractievoorzitter Jetze Luhoff. “Taken, bevoegdheden en budgetten moeten naar bewoners worden overgeheveld. De raad moet een stapje terug doen en bewoners de ruimte geven.” Ook GroenLinks wil ver gaan. “De mensen in de stad moeten meer aan zet komen”, zei fractievoorzitter Benni Leemhuis. “We moeten in de stad en met de stad zo veel mogelijk dingen uitproberen. De raad moet betrokken zijn, alleen niet zozeer als bepaler maar als participant. We gaan een proces van jaren in waarin we uitzoeken wat werkt. En fouten maken mag.” Volgens de VVD is niet alles nieuw. “De burgers worden al veel betrokken”, zei fractievoorzitter Sabine Koebrugge. “Er gaan al veel dingen goed.”
Invloed
Ook oppositiepartijen willen wel experimenteren. “Meer verantwoordelijkheid voor bewoners geeft merkbare invloed op de directe woon- en leefomgeving”, aldus Amrut Sijbolts van de Stadspartij. “Bewoners en ondernemers weten als geen ander wat er in de buurt leeft.” Fractievoorzitter Inge Jongman van de ChristenUnie: “Met het gebiedsgericht werken beoog je dicht bij de Stadjers te werken en oog te hebben voor hun ideeën en behoeften in plaats van uit het stadhuis beleid in de wijk te laten dwarrelen.” En Gerjan Kelder van de Partij voor de Dieren: “We moeten het gewoon doen. De rol van de raad is hooguit procesmatig, controlerend en kaderstellend.”
Taalbrigade
De SP kwam met vijf voorstellen rond het gebiedsgericht werken. Zo pleitte fractievoorzitter Jimmy Dijk voor een analyse van de buurt- en wijk verenigingen. “Voeg ze samen als dat nodig is, hef ze op als dat nodig en zet ze opnieuw op als dat nodig is.” Dat kan volgens hem met onafhankelijke bewonersondersteuners. “Zij moeten op zoek gaan naar een tegenmacht voor de ambtelijke organisatie en de bestuurders.” Verder is hij voor een sociaal wijkfonds om de sociale samenhang in de wijken te bevorderen. Ook is Dijk voor een taalbrigade met Stadjers. Die moet de gemeentelijke communicatie op leesbaarheid en begrijpelijkheid scannen voordat die de deur uitgaat. “Dan kom je volgens mij een heel eind.”
Stoepje
Sommige fracties plaatsten kritische kanttekeningen bij het gebiedsgericht werken. “Wie zegt dat de stad dit wil?”, vroeg CDA-fractievoorzitter René Bolle. “Er is al veel mogelijk op dit moment. Ik heb niet het gevoel dat de Stadjers dit heel erg dragen. Ik ben voor veel ruimte, maar het moet wel van onderop komen. Het moet niet zo zijn dat de gemeente zegt: ‘Als jullie dit stoepje nu eens bijhouden, want dat is voor ons goedkoper.’” Bolle is wel voor experimenteren. “Laten we zien wat we tegen komen. En als er een andere rol voor de raad nodig is, nemen we die. Of niet.” Student en Stad zei huiverig ten opzichte van de ontwikkelingen te staan. “Welk probleem lossen we hiermee op?”, vroeg woordvoerder Arjen Banach zich af. Student en Stad is bang voor een nieuwe laag onder de gemeenteraad.
Loting
Het debat ging voor een deel over de vraag: En als je bevoegdheden van de raad doorschuift naar de wijk, hoe zit het dan met de representativiteit van de beslissers in de wijk? “Hoe meer bewoners erbij betrokken zijn, hoe mooier”, zei Diederik van der Meide van de PvdA. ”Maar niet overal staan mensen op om hun mondje te roeren. Sommige mensen houden niet van vergaderen maar hebben wel belangen. Mensen die betrokken zijn, zijn niet altijd representatief.” Voor een experiment wordt de mogelijkheid onderzocht van de oprichting van een coöperatieve wijkraad met gelote wijkbewoners en raadsleden om te kijken of loting aanvullend kan werken op het bestaande representatieve systeem van de gemeenteraad.
Representativiteit
De PvdA vindt loting “heel discutabel”. De SP zegt niet met loting te willen experimenteren. “Loting sluit mensen uit”, aldus fractievoorzitter Dijk. Marjet Woldhuis van de fractie Woldhuis vindt loting willekeur. “Loting gaat voorbij aan kwaliteit en interesse.” Maar volgens Leemhuis van GroenLinks zorgt loting misschien wel voor meer representativiteit dan de gemeenteraad. “We nemen deze geluiden mee en kijken hoe we daarmee omgaan”, aldus burgemeester Den Oudsten.
De burgemeester probeerde aan het eind van de bijeenkomst de gemene deler samen te vatten. Die komt erop neer dat er van de raad mag worden geëxperimenteerd. “Daar is veel ruimte voor. Maar we zijn nog niet toe aan een grote structuurdiscussie. Dat kan nog komen maar is niet het eerste aandachtspunt.” Hij concludeerde ook dat de raad zich ervan moet overtuigen dat bevoegdheden op wijkniveau volgens een zorgvuldig en democratisch proces worden geregeld. “Daar moeten we nog een proces voor bedenken.” Het debat over gebiedsgericht werken krijgt een vervolg in de commissie ‘Werkwijze raad’ waarin de gemeenteraad zijn eigen werkwijze tegen het licht houdt. “Daar kijken we op welke manier we verder kunnen.” Het college komt met een eigen opvatting over het debat in de raad. “Dan proberen we dat de komende weken bij elkaar te brengen.”