Nemen vrijwilligers de wijk over?

Gesprek met stadsdeelbeheerder Peter Homan en vrijwilligers Frans Egberink en Theo Smit

Op de ochtend van het interview verscheen er een persbericht dat de gemeente Groningen drie miljoen gaat bezuinigen op Stadsbeheer.
Dat was geen vrolijk nieuws, maar wel een mooi opstapje voor het gesprek met stadsdeelbeheerder Peter Homan en de Beijumer vrijwilligers Frans Egberink en Theo Smit.  Want als onderwerp was gekozen de betrokkenheid en inzet van bewoners als het gaat om het groen en grijs in de wijk. Kun je de kwaliteit van groenstroken, speelvoorzieningen, stoep- en straattegels, straatverlichting, enzovoort, waarborgen als je geconfronteerd wordt met steeds minder financiële middelen? En wat is daarvoor nodig?
Peter Homan (60 jaar) is vanaf 2009 stadsdeelbeheerder van Noorddijk en sinds een jaar ook de coördinator vanuit Stadsbeheer voor Ten Boer. Dat betekent dat hij binnen een groot gebied degene is die, onder andere vanuit de jaarprogramma’s groot onderhoud, de werkzaamheden uitzet, allerhande vragen behandelt en beantwoordt en contactpersoon is voor de wijkorganisaties, professionals en vrijwilligers.
Frans (78 jaar) en Theo (71 jaar) zijn beiden lid van de werkgroep Groene Long en zijn initiatiefnemers als het gaat om periodieke schoonmaakacties in het groene gedeelte van de wijk. Twee keer per jaar zijn ongeveer zestig vrijwilligers in de weer om het groen en de sloten weer toonbaar en vrij van troep te maken en bloembollen en planten in de grond te zetten. Eens per jaar organiseren en coördineren zij Lentekriebels, de grote schoonmaakactie, waarbij in samenwerking met alle scholen in Beijum de hele wijk wordt aangepakt. Theo en Frans zijn verder voordurend bezig om misstanden op te sporen en die te bespreken met de wijkpost aan de Parkallee.
Duidelijk is dat de drie mannen elkaar van haver tot gort kennen. De kwinkslagen zijn niet van de lucht en Peter doet zelfs een poging Frans letterlijk een koude douche te bezorgen. Een plannetje dat niet lukt…

Peter, zo’n grote bezuiniging moet slecht nieuws zijn.
Ja, dat er een bezuiniging aan zat te komen was bekend, maar nog niet de hoogte van het bedrag. Het is nu zaak dat gegeven te gebruiken bij keuzes die gemaakt moeten worden. Het mooiste is natuurlijk dat je kunt blijven doen wat je van plan was. Ik moet zeggen dat Beijum een wijk is waarbij de bewonersparticipatie, zoals dat tegenwoordig heet, al een jarenlange traditie heeft. In iedere wijk zijn vrijwilligers, maar in Beijum uitzonderlijk veel. En initiatieven komen echt uit de wijk zelf. Die schoonmaakacties zijn geweldig, ik krijg echt energie van het werken met mensen als Frans en Theo, hoewel ze soms ook lastig zijn….Zij zijn de ogen en oren van de wijk. Als ik een vraag heb over een bepaald gebied, dan kan ik die vraag het beste stellen aan mensen die de wijk goed kennen. In Beijum is er een goede wisselwerking en dat is mooi. En dat is iets waar je in elke wijk graag naar toe wilt. Dat is in sommige stadsdelen ook al wel gelukt, weliswaar met minder vrijwilligers maar ook met een grote inzet. De noodzaak om met vrijwilligers te werken wordt met die kleinere pot geld wel urgenter als je de kwaliteit van voorzieningen wilt handhaven.

Frans, hoe zie jij als vrijwilliger de toekomst?
De toekomst heeft te maken met het verleden en het nu. Ik ben sinds 1976 betrokken bij Beijum en ben er in 1980 gaan wonen. Als je in de nieuw te bouwen wijk ging wonen, had je heel veel inspraak. Je werd betrokken bij de plannen, mocht meebeslissen over je huis, speelvelden, parkeerplaatsen, enzovoort en dat schept een band. Je hebt contacten met woningcorporaties en gemeentelijke diensten, je zet je ergens voor in en je ziet resultaat. Vanuit die goede samenwerking waren en zijn veel bewoners bereid actief te zijn in de wijk. Als je mee hebt geholpen een wijk op te bouwen zoals die nu is, dan blijf je betrokken. In 2005, op een avond met stadsdeelcoördinatie, zijn dia’s getoond van wat in Beijum goed en mooi is, maar ook wat beter kan. Korte tijd later werd door de gemeente geld beschikbaar gesteld om de verbeterpunten aan te pakken. Toen zijn wij met verschillende mensen aan de slag gegaan en is de werkgroep ‘Groene Long’ ontstaan. Maar in Beijum is het natuurlijk geen ideaalplaatje. Je blijft altijd houden dat in delen van de wijk geen interesse is voor de leefomgeving en dan dreigt verloedering. Hoe ik de toekomst graag zie, is dat iedereen meedoet.

Theo, zou je als vrijwilliger meer willen dan nu het geval is?
Je kunt zeggen: geef ons nog meer budget en dan gaan wij, goedkoper dan nu gebeurt, nog meer dingen zelf aanpakken. En dan kun je denken aan bestrating, groenonderhoud, overal onkruid weghalen. Je kunt zelfs denken aan baggeren van sloten en kappen van bomen. Wat je niet zelf kunt doen, daar huur je dan iemand of een bedrijf voor in. Maar door wie wordt dan een beslissing genomen, bijvoorbeeld als het gaat om kappen van een boom? De ene bewoner wil iets weg hebben, de ander niet. Hoe zit het met verzekering en aansprakelijkheid? Het moet tussen Stadsbeheer en de vrijwilligers goed geregeld zijn. Je moet uit blijven gaan van een vast omschreven plan. Maar dat je als bewoner meer kan en moet doen is duidelijk. En je kunt leren van plaatsen waar participatie al verder gevorderd is. Wat werkt goed? En daar kun je meer van leren dan van dingen die slecht gaan. Belangrijk is om nog meer mensen te mobiliseren. De zoektocht is: hoe kan ik iemand, bijvoorbeeld je buurman of buurvrouw, aanspreken en bij die persoon gaat de knop om, ik doe mee!

En Peter, welke ontwikkelingen zie jij voor de toekomst?
Er is een steeds nauwere samenwerking nodig met allen die betrokken zijn bij beheer en onderhoud van de woonomgeving. Er zijn vanouds al veel en goede contacten met de bewonersorganisaties, met de woningcorporaties en met stadsdeelcoördinatie, maar dat breidt zich uit. Er zijn heerden met een problematiek die alleen met een totaalaanpak, een heel gerichte aanpak, op te lossen is. En dan heb je ook instellingen als Stiel en de MJD nodig.

En ik ben het met Theo eens dat je niet alles kunt overlaten aan vrijwilligers, maar een grote mate van zelfbeheer kan naar mijn idee. Je moet dan wel goede afspraken maken, bijvoorbeeld over de kwaliteit. In juni is er een motie ingediend over zelfbeheer en is Stadsbeheer gevraagd te onderzoeken waar de kansen hiervoor liggen. Dat loopt nu en ik ben erg benieuwd naar de uitkomsten daarvan.

Tekst: Menno Fritsma (tekst) en Bart Luurtsema (foto)

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.