Jouw kind, mijn kind: ónze kinderen

Beleidsmakers bouwen met CJG’s aan een Civil Society. Dat is

“een sociale omgeving, waarin mensen zich betrokken en medeverantwoordelijk voelen. Bijvoorbeeld door een oogje in het zeil te houden als kinderen buiten spelen in de buurt. Binnen zo’n rijke en sterke sociale omgeving krijgen kinderen de meeste kans zich optimaal te ontwikkelen.”

(Uit: handreiking voor gemeenten en CJG’s)

In het CJG Beijum zijn we al aardig op weg met de Civil Society. Een sprekend voorbeeld is het netwerk van ouders dat afspraken maakte rondom een alleenstaande zwangere moeder. Ze organiseerden voor haar een baby-shower, kookten voor haar, spraken af wie er bij de bevalling aanwezig zou zijn en wie mee zou gaan naar onderzoeken bij de verloskundige. Nu hoeft het niet meteen zo uitgebreid, ook in kleine gebaren zie je een betrokken houding.

Kernwoord is vertrouwen. Een buitenlandse vrouw, die hier binnenkwam zonder dat ze iemand kende, gaf na een tijd haar huissleutel aan iemand die ze via het CJG had leren kennen. Gewoon, omdat het handig is als je zelf je sleutel bent vergeten of kwijtraakt. Dit was voorheen een heel vanzelfsprekende burentaak, maar is dat nu niet overal meer.

Dit vertrouwen is een belangrijke basis binnen het CJG. Evalien Verschuren, de spil van CJG Beijum, geeft vrijwilligers de sleutel van het gebouw en laat hen ook regelmatig afsluiten. “Wat kan er nou gebeuren. Ja, er kan ingebroken worden, of iemand kan vergeten goed af te sluiten, maar dat kan mij ook gebeuren.” Volgens haar is het goede van de Civil Society dat ouders zelf de regie in handen nemen. Niet alles hoeft via professionals. Vaak is er al veel mogelijk met de mensen in je directe omgeving. Mensen die je ontmoet in de huiskamer van het CJG horen daar ook bij.

Deze betrokkenheid zie ik ook buiten het CJG-gebouw. ‘s Morgens vroeg, ik haast me om de kinderen klaar te maken voor school, als de deurbel gaat. De buurman vraagt of de kinderen met hem in de auto meewillen, hij brengt toch ook net zijn zoontje naar school. Ja, prima.

Op een middag fietsen we van school naar huis, dochter achterop. Een vrouw die ik van gezicht ken en vlak bij ons woont loopt op het trottoir met een kinderfietsje aan de ene hand, wandelwagen aan de andere. Als ze me ziet vraagt ze of mijn dochter het fietsje naar haar huis wil fietsen. Dat maakt het voor haar makkelijker. Ja hoor, geen probleem.

Bij zwemles zie ik een buurvrouw met drie kinderen waarvan er twee omgekleed moeten worden. De jongste loopt een andere kant op. Terwijl zij met de andere kinderen bezig is, houd ik even de kleine in de gaten, dat ze niet te ver afdwaalt. De moeder merkt misschien niet eens dat ik even blijf staan en oplet, en dat is ok.

Heel natuurlijk verloopt het, bijna ongemerkt. Ouders werken aan een gezamenlijk doel: onze kinderen grootbrengen, in een veilige en liefst prettige omgeving. Door af en toe een handje te helpen en te zien wat nodig is, staan we als volwassenen naast elkaar, om de kinderen heen. Onze kinderen, dus ook die van de buren.

Vindt u dit eigenlijk heel normaal? Weet dan dat u hiermee bouwt aan de Civil Society van Beijum en omstreken.

Trijntje de Haan (Ouder in Beijum)

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.