Gesprek met locatiemanager Tietsjannie Hamstra over de tijdelijke en permanente huisvesting.
Het huidige Innersdijk bestaat nog maar 25 jaar, maar het gebouw voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd. In november 2010 werd in deze krant een stand van zaken beschreven, waarin sprake was van sloop in december 2011, betrekking van de nieuwbouw in 2014 en een voornemen om in de tussentijd het merendeel van de cliënten tijdelijk te huisvesten in Meerstad. Het is nu een jaar later en wij zijn benieuwd!
Tietsjannie, klopt dat allemaal nog?
Het is een megaproject waar wij middenin zitten en ik kan zeggen: tot nu toe verloopt alles heel voorspoedig en bijna geheel volgens oorspronkelijk plan. Het idee om de tijdelijke huisvesting in Meerstad te bouwen hebben wij laten varen, omdat het traject voor de vergunning teveel tijd in beslag zou nemen. In Ten Boer kon de bouw heel snel geregeld worden op een braak stuk grond, dat uiteindelijk bestemd is voor wijkuitbreiding. De doelstelling om voor 1 januari 2012 alle cliënten in eenpersoonskamers te huisvesten, een voorwaarde voor te verlenen bouwsubsidies, kon zo mooi gerealiseerd worden. En het is een groot voordeel dat de komende paar jaar Innersdijk en onze zusterorganisatie Woonzorgcentrum Bloemhof vlakbij elkaar liggen, beide in Ten Boer.
Kun je een schets geven van het afgelopen jaar?
In januari 2011 is er een driedaagse ontwerpsessie geweest, waarbij alle betrokkenen bij elkaar kwamen om een voorlopig ontwerpplan te maken. In die drie dagen moest alles in grote lijnen worden besloten en geregeld. Permanente deelnemers aan die bijeenkomsten waren de projectgroep Nieuwbouw van Innersdijk, Wagenbouw, de bouwonderneming voor de tijdelijke huisvesting, architecten en Coresta, de adviesgroep voor het hele bouwproces, zowel van de tijdelijke als de permanente bebouwing.
Ambtenaren van de gemeente, de stedenbouwkundige en de bestuurder van Innersdijk schoven aan als er een besluit moest worden genomen. De projectgroep bestaat uit afdelingshoofden en vertegenwoordigers van de cliëntenraad. De voorzitter van de cliëntenraad, Klaas Schonewille, heeft een heel belangrijke rol gespeeld tijdens die besprekingen.
De uitkomsten waren dat de tijdelijke huisvesting wordt opgebouwd in units, die te zijner tijd weer kunnen worden afgebroken en elders hergebruikt. Elke unit heeft een bepaalde functionaliteit. Iedere bewoner krijgt een eigen kamer en per zestien bewoners is er een gezamenlijke huiskamer, waar wordt gegeten, koffie gedronken, gerecreëerd enzovoorts. Aan de tijdelijke cliënten op de revalidatieafdeling wordt hotelmatige zorg geleverd: ieder een eigen kamer en in de Brasserie kan worden ontbeten, geluncht en gedineerd. In Bloemhof komt voor een deel van onze cliënten een nieuwe aanbouw, met zes woningen voor elk zes cliënten, waar we op een kleinschalige manier zorg verlenen.
In die drie dagen in januari werd een strak tijdsplan gemaakt dat het hele jaar nauwelijks hoefde te worden aangepast.
Dus eind december staat Innersdijk Beijum leeg?
Vanaf 30 december zijn wij uit het gebouw, maar staat het nog niet leeg. 36 cliënten verhuizen 27 december naar de dan net opgeleverde aanbouw van Bloemhof en 183 cliënten verhuizen 28 en 29 december naar het tijdelijk onderkomen in Ten Boer. Vanaf 30 december tot en met 16 januari 2012 wordt het gebouw beheerd door een beveiligingsbedrijf, met ondersteuning van de politie en de gemeente. Op 16 januari wordt begonnen met de sloop.
Gaan de medewerkers ook allemaal mee?
De werknemers gaan allemaal mee naar Ten Boer. Een deel gaat permanent naar Bloemhof. Dat hebben wij op vrijwillige basis kunnen regelen. Voor die werknemers is er speciale scholing.
Voor de andere werknemers is die scholing niet nodig?
Jawel, maar pas in een later stadium. In Bloemhof wordt gewerkt met een formule, die vanaf 2014 ook in ons nieuwe onderkomen in Beijum gaat gelden. Deze houdt in dat per zes bewoners een eigen woning komt, waarin de gezinssituatie zoveel mogelijk wordt nagebootst. Medewerkers hebben de regie en de cliënten worden zoveel mogelijk bij alles betrokken, zoals het klaarmaken van eten, schoonmaak en wassen. Dat alles afhankelijk van de mogelijkheden en de bereidheid van de cliënt. In die woningen heeft ieder een eigen kamer, is er een woonkamer, een keuken, een badkamer en zijn er eigen medewerkers. Die nieuwe manier van werken vereist een gerichte scholing.
Jullie gaan een paar jaar weg. Wat blijft in Beijum?
Na de verhuizing gaan wij ons concentreren op de nieuwbouw. Eerst moet alles worden gesloopt en dan wordt het nieuwe onderkomen gebouwd. De nieuwbouw is nog in de voorontwerpfase. Het gebouw wordt ontworpen door architectenbureau ‘De Zwarte Hond’. Het bureau heeft een goede reputatie op het gebied van verrassende ontwerpen. Er wordt graag over grenzen heengekeken en wij zijn heel benieuwd hoe het uiteindelijk gaat worden. Er komt een maquette, die in het Informatiepunt aan de Ypemaheerd zal kunnen worden bezichtigd. Het Informatiepunt blijft de komende jaren onze binding met de bewoners en welzijnsorganisaties van Beijum. In dat voormalige winkelpand van slagerij Knot heeft ook Stichting Stiel haar intrek genomen. Wijkbewoners kunnen er terecht met hun vragen over wonen, zorg en welzijn en cliënten voor allerlei soorten van therapie in het behandelcentrum Corpus Max.
Heel veel succes gewenst! Wil je verder nog iets kwijt?
Binnenkort wordt huis-aan-huis onze informatiekrant ‘Groeten uit Innersdijk’ verspreid. Daarin staat veel informatie over de plannen. Wijkbewoners met een nee/nee sticker kunnen de krant ophalen in het Informatiepunt. Verder wil ik benadrukken dat wij met het nieuwe gebouw heel graag willen blijven aansluiten op de prachtige ‘Groene Long’. Dat moet een natuurlijk geheel vormen. De kostbare bomen op het terrein zullen behouden blijven en de kamers zullen zoveel mogelijk groengericht zijn. Onlangs hebben wij van een wijkbewoner een goed idee gekregen voor invulling van het groen. Wij nodigen graag iedereen uit ons ideeën te sturen. Dat kan naar mailadres innersdijk@zorggroepgroningen.nl. Wij komen in 2014 graag terug met een nieuw, modern en gastvrij Innersdijk!
Menno Fritsma (tekst)