“Ieder voor zich, en God voor ons allen”, of, in meer dagelijks taalgebruik: “Ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken”.
Natuurlijk is er ook een prachtige, wetenschappelijk onderbouwde manier om aan te geven dat sinds de Tweede Wereldoorlog de maatschappij sterk is veranderd, dan noemen we het “geïndividualiseerd”. En nee, dat is niet alleen maar slecht: dat je je vroeger uitsluitend mocht bewegen tussen de maatschappelijk strak getrokken grenzen van geloof, werk en sociale klasse; dat je nooit een kwartje kon worden wanneer je als een dubbeltje geboren was; dat alleen de betere/hogere (?) klassen konden doorleren en studeren: wie zou dat nu missen? Maar wanneer individualisering doorschiet naar egocentrisme hebben we wel degelijk een probleem. Opkomen voor je eigen plaats en rechten is namelijk niet hetzelfde als “schijt aan de rest” – althans: zou dat niet moeten zijn.
Nou ontmoet ik over het algemeen best heel aardige en sociale mensen, maar eens in de zoveel tijd is er kennelijk een week waarin de aso’s hebben besloten zich weer eens even te manifesteren. Ja, ook in Beijum, het is niet fraaier. Onbegrijpelijk waarom de middelbare dame met een forse auto vindt dat ze op de parkeerstrook langs de weg moet staan terwijl de parkeerplaats bij de AH half leeg was. En als ze nu binnen die strook stond, nee: de kont van de auto stak zeker meer dan een halve meter uit over de daar toch al smalle straat. Bussen, auto’s, fietsers: iedereen in de knel, gevaarlijke situatie en zij ziet het gebeuren maar loopt gewoon door naar het winkelcentrum. Of de fietsers die er totaal geen been in zien om een compleet trottoir te blokkeren: mijn fiets gaat aan die paal, en dat er niemand meer langs kan daarna is niet mijn probleem…
En wat te denken van de opvoedkundige kwaliteiten van de ouders die het dolkomisch vinden dat hun 5-jarige bij binnenkomst het gezelschap trakteert op de Hitlergroet met bijbehoren “SiegHeil?” Ik kan er niet om lachen en al helemaal niet om de verontschuldigende tekst: “ach, het is maar een kind..”
Maar toch is er naast die individualisering nog steeds te zien dat we van oudsher een kuddedier zijn: of het nu gaat over modes (of hypes), eetgewoonten of politieke stromingen: iedereen wil kennelijk toch wel graag bij de winnende groep horen en zich niet (extreem) onderscheiden, waarbij uitzonderingen natuurlijk ook hier de regel bevestigen. Mooi voorbeeld kuddegedrag in het Zilvermeer vorige week: als echtgenoot in alle vroegte de straat uitrijdt staat er welgeteld een (1) door mij zo geliefde papiercontainer verderop aan de straat. Twee uur later moet ik de deur uit: de straat is volledig gevuld met blauwe deksels en verdorie: manlief heeft de onze er niet bij gezet. Dus nog snel de laatste portie papier erin en zeulen met het ding. Bij mijn terugkomst is de straat nog blauw en de bak nog vol, idem aan het eind van de middag wanneer echtgenoot mij met opgetrokken wenkbrauwen vraagt of ik ook zo stom was geweest? Hij had namelijk even op het lijstje gekeken en gezien dat de bakken pas volgende week aan de beurt zijn…
Ofwel: in de keuze geloof in echtgenoot of volgen van de massa heb ik weer een beste beurt gemaakt. Ikke wel…
Marjo van Dijken