Het kan raar lopen in het leven.
Als puber wist ik het zeker: ooit zou ik een boek schrijven – na alle gedichten dan die eerst nog even moesten. Dat boek had geen haast, net als ik: pubers denken nog dat de tijd die voor ze ligt eindeloos is. Bovendien kampte ik met een enorm probleem: het vinden van een eerste zin. Natuurlijk niet zomaar een eerste zin, maar eentje die een directe lijn zou leggen naar de Nobelprijs voor de literatuur. Zo’n zin die iedereen zich zou herinneren en die de lieve lezer zonder genade het verhaal in zou zuigen. Ja, ook in mijn jonge jaren was ik een ambitieus typetje. Maar zoals met zoveel veel te hoog gelegde latten: het komt er niet van, je hebt jezelf een onhaalbaar doel gesteld…..
En ach, dan volgt het volwassen leven, met werk, gezin en nog veel meer werk. Zeker, ik bleef schrijven. De gedichten werden teksten voor liedjes (al bleef ik natuurlijk een fanaat Sinterklaasgedichten producent), ik schreef redevoeringen voor mijn werk in de Raad en de Kamer en, maar dat hoef ik u niet te vertellen: mijn maandelijkse column in uw eigen Beijumkrant. In ieder geval vanaf 1991 – als er oudere zijn dan heb ik die niet terug kunnen vinden. In het begin zat ik eerst braaf te schrijven om ze vervolgens uit te tikken. Daarna rechtstreeks op de pc (en op een floppy bezorgen bij de redactie); nog weer later het gemak van de mail. En het ongemak van gecrashte computers – wat zeg ik: de paniek! Overigens nog steeds een bron van nachtmerries: als mijn pc kuren vertoont dan ben ik rijp voor opname met dwangmedicatie. Mijn relatie met mijn pc vertoont gelijkenissen met de relatie met mijn auto: hij moet het gewoon doen. Ik heb geen verstand van hoe het werkt onder de motorkap en dat wil ik graag zo houden. Begrijpt u meteen waarom ik naast de 7-jaar garantie met pechhulp behorend bij onze auto óók lid ben van de ANWB. En waarom zoon en schoonzoon af en toe mekkeren dat het heus geen kwaad kan als ik me iets meer zou verdiepen in de werking van de computer. Heb ik ook beloofd: ga ik doen zo gauw zij mij precies uit kunnen leggen hoe ontsluitingsweeën voelen…..
Maar nu het leuke nieuws: dat boek(je) gaat er komen, als alles meezit nog net voor mijn zestigste verjaardag – zit er toch nog een leuk kantje aan. Nee, geen roman: de BOB kwam met het voorstel om, ter gelegenheid van haar 30-jarig bestaan, een selectie te maken uit mijn columns van de afgelopen jaren en die in boekvorm te presenteren. Blij was ik, blij verrast. En geloof me: ik vind het nog steeds enorm leuk al loop ik wel (wederom) tegen mezelf aan: ik kan niet kiezen. En dus stel ik de selectie uit, kennelijk te schijterig om niet de juiste verhaaltjes voor het nageslacht vast te leggen. Of misschien is er wel een andere psychologische verklaring voor mijn getalm: wie het weet mag het zeggen. Maar het moet nu wel gebeuren, de tijd begint te dringen. De tijd die zoveel sneller gegaan is dan ik me als puber voor kon stellen.
Zestig, bijna zestig, zomaar terwijl je even niet oplet. Zou dat het zijn: dat boekje confronteert me met de veel te snel vervlogen jaren: van jonge moeder tot oma. Maandelijkse momentopnames die een groot deel van mijn leven beschrijven- een leven dat raar verliep, ongepland en soms grillig.
Maar wél de moeite waard – en ik hoop dat u dat ook vindt van mijn boekje!
Marjo van Dijken