Jaarlijks wordt ons stadsgroen beoordeeld. Een groep ecologen van ecologisch adviesbureau Koeman en Bijkerk heeft al ruim 1800 kilometer stadsgroen bekeken. Maar ook dagvlinders keuren onzichtbaar en zonder twitterberichten of rapportages onze stadsnatuur. Onder de ruim 22 soorten die in onze parken en bermen leven bevinden zich de zogenaamde kroeglopers en fijnproevers. Kroeglopers zijn soorten die stadsbreed aanwezig zijn, grote afstanden afleggen en minder kieskeurig aan tafel gaan. Bekende soorten zijn Dagpauwoog, Distelvlinder, Klein koolwitje en Atalanta. U ziet ze al gauw in uw achtertuin of zelfs op uw balkon in de binnenstad. Fijnproevers, de echte keurmeesters, stellen hogere eisen. Zo heeft het Oranje tipje vooral behoefte aan pinksterbloem en look zonder look en moet de bosrand dichtbij zijn. Het Oranje zandoogje heeft een voorkeur voor plantensoorten als kale jonker, jacobskruiskruid, dopheide en koninginnekruid. Het is een wat grotere soort die zich thuisvoelt in ruigere gebieden en graslanden.
Nectar belangijk
Behalve van voldoende zon zijn vlinders sterk afhankelijk van de beschikbaarheid van nectar. Te weinig bloemen of onvoldoende variatie beperken de levenskansen van vlinders. De laatste jaren heeft de gemeente veel geïnvesteerd in het nectaraanbod. Tientallen hectares zijn met bloemrijke mengsels ingezaaid. Soms opvallend in de bermen, soms in weiden van stadsranden en stadsparken. Het wit van de margrieten, het geel van boterbloemen en ratelaars en het paars van knoopkruid siert het groen. Bijen, zweefvliegen, nachtvlinders en kevers profiteren mee.
Waardplanten
Nectar alleen is echter niet voldoende. Het vlinderleven is kort: voor veel soorten is twee weken al lang. De ei-, rups- en popfase duurt vele weken tot maanden. Naast nectarplanten is de beschikbaarheid van waardplanten belangrijk. Dit zijn plantensoorten waar de rupsen zich mee voeden. Kunnen de rupsen van kroeglopers met brandnetels al goed uit de voeten, fijnproevers vragen om plantensoorten als kamgras, timotheegras, rolklaver, schapenzuring, klimop en sporkenhout. Verder moet de maaimachine of snoeier niet te vroeg langskomen anders sterft het leven in de dop. Kortom ook het beheer heeft een grote invloed op de overlevingskansen van onze vlinders. Steeds vaker ziet u daarom ongemaaide stukjes berm en ook de zogenaamde mantel- en zoomvegetaties langs bosranden krijgen meer ruimte.
Vlindergebieden
Eind juni, juli en augustus zijn echte vlindermaanden. In de komende weken kunt u daarom bij zonnig weer veel vlinders verwachten. Probeert u ook maar eens fijnproevers te scoren. Groot dikkopje, Kleine vuurvlinder, Icarusblauwtje, Landkaartje of Gehakkelde aurelia. Ze horen tot de vlinderdoelsoorten van de stad. Tot de beste vlindergebieden rond en in de wijk horen de bloeiende bermen en bosranden van het Kardingerbos, Kardingermaar en Bevrijdingsbos. De groenzones in en rond Drielanden, het groen langs de Kluiverboom, de Groene Long en de Boterdiep zone bij Hornbach.
Hooibeestje
In de bloemrijke bermen of hooilanden van deze gebieden treffen we soorten aan als Hooibeestje, Groot dikkopje en Icarusblauwtje. Kleinere vlinders die in de groep graslandvlinders thuishoren. Ze vallen minder op, zitten vaak lager in de vegetatie en schieten bij verstoring soms snel weer weg. Een geschikte verrekijker met korte instelafstand kan behulpzaam zijn om de fraaie tekening of de kleuren van deze soorten waar te nemen.
Langs de bosranden kunnen we niet alleen de kroeglopers tegen komen maar ook zogenaamde struweel of bosrandvlinders. Dit zijn soorten als Bontzandoogje en Gehakkelde aurelia. Ze zijn te vinden bij ruigere en hogere kruidenvegetaties die we ook wel zoomvegetatie noemen. Hier bloeien ruigtkruiden als Speerdistel, Akkerdistel, Jacobskruiskruid, Canadese Guldenroede en soms de zeldzamere Heelblaadjes.
Oranje tipje
Maar zelfs in de tuinen van veel woningen zijn soms fijnproevers aan te treffen. Pinksterbloemen die nu al uitgebloeid zijn maakten kans op bezoek van het Oranje tipje. Boomblauwtjes of zilverblauwtjes kunnen we in de komende weken rond oudere klimop zien cirkelen. Landkaartjes die in een lichte meer oranje voorjaarsgeneratie voorkomen maar ook een donkere meer zwarte zomergeneratie zijn in deze wijken goed vertegenwoordigd en kunnen zo maar uw tuin bezoeken op zoek naar nectar. De wijken Beijum en Lewenborg zelf kenmerken zich door veel en divers groen. Dat maakt de trefkans op fijnproevers zonder meer een stuk groter. U kunt ze melden bij de vlinderstichting of op waarneming .nl
Win een bijenhotel
Wat zijn waardplanten? Mail het antwoord op deze vraag naar stadsnatuurgroningen@gmail.com en maak kans op een bijenhotel voor in de tuin of op het balkon.
Bron: Gemeente Groningen