Interview met wijkagent Jannie Wouda
Sinds een jaar of drie is Jannie Wouda (49 jaar) wijkagent in Beijum. Nu kunnen wij met de politie praten over grote boeven vangen, drugstransporten onderscheppen of een nacht op de loer liggen bij een verdacht huis. Een andere mogelijkheid is een gesprek over hoe een gemiddelde dag van een wijkagent eruit ziet, over de samenwerking met andere instanties, over respect en begrip als het om conflictbeheersing gaat en over bekeuringen die ook bij deze wijkagent wel eens op de mat vallen. Hierna kunt u lezen welke kant het opging tijdens een prettig gesprek met Jannie, die van kinds af aan een loopbaan bij de politie ambieerde. Het gesprek vond plaats op een maandagochtend in het wijkbureau aan de Parkallee met een mooi uitzicht op het Zilvermeer.
Jannie, de politie. Hoe is dat begonnen?
Als kind al leek mij werken bij de politie prachtig. Toen ik elf jaar was, heb ik een spreekbeurt gehouden over de politie en als voorbereiding heb ik een bezoek gebracht aan een rechercheur in Delfzijl, de plaats waar ik toen woonde. Daar zag ik hoe een kamer van een rechercheur eruit zag met al die stapels papier en foto’s aan de muur. Heel fascinerend vond ik dat. Toen ik negentien jaar was, ben ik de politieopleiding gaan doen in Groningen en daar ben ik direct na de opleiding ook begonnen als agent. Intussen werk ik bijna dertig jaar bij de politie, bijna altijd in Groningen met tussentijdse uitstapjes van in totaal acht jaar naar Breda en Amersfoort.
Meteen begonnen als wijkagent?
Nee, als je begint bij de politie, dan begin je als surveillance-agent. Dan kom je elke dag andere dingen tegen en doe je veel ervaring op. Je doet van alles: verkeerscontrole, voetsurveillance, diensten in de binnenstad bij evenementen, enzovoort. Dat heb ik heel lang gedaan. Af en toe werd ik losgeweekt van de surveillance om een rechercheteam of een inbrakenteam bij te staan. Ik ben in 2002 begonnen als wijkagent in Vinkhuizen en sinds de zomer van 2010 werk ik in Beijum.
Hoe ziet je werkdag eruit?
Als ik op bureau kom, dan begin ik met het doorlezen van het dagrapport. Wat is de dag ervoor gebeurd in Beijum? Daar haal ik bijzonderheden uit en zet die op een aparte lijst. Bijvoorbeeld: er is ’s nachts een inbraak geweest en overdag moet er een buurtonderzoek gedaan worden. Op die lijst komen ook de vervolgafspraken en vervolghandelingen van eerdere diensten. Vervolgens is er een briefing met mijn chef om alles door te nemen. Bij avonddiensten is er een korte briefing in de middag. Wij zijn in Beijum met drie wijkagenten. Na de briefing ga ik aan de slag met de lijst. Ik behandel aangiftes, ik ga met een zaak bezig of ik heb een afspraak met een woningbouwvereniging, de MJD, of met het Sociaal Team.
Hoe is het om wijkagent in Beijum te zijn?
Beijum is een drukke wijk. De sociale problematiek is hier erg groot. Er komen veel meldingen uit de wijk. Er is alcohol- en drugsproblematiek en dat gaat vaak gepaard met overlastgedrag. Dat leidt weer tot ruzies met buren of met anderen. Maar er is in Beijum ook veel moois en ik heb een positiever beeld gekregen van de wijk sinds ik er werk. Er is een grote bereidheid bij bewoners iets voor de wijk te doen en er is een prima samenwerking tussen de partners in het netwerk.
Heeft een wijkagent spreekuur en heb je een algemene tip?
Elke dinsdag van 10.00 tot 12.00 uur hebben wij in De Wegwijzer aan de Ypemaheerd spreekuur. Wijkbewoners komen met allerhande vragen over wat er in de wijk gebeurd is. Ze komen met zorgen over kinderen die een eindje verderop in de straat wonen of ze melden overlast van buren of van een barbecue of van vuurkorven. Of er is een vraag aan welke eisen een aanhanger moet voldoen. Het is echt heel divers. Het is een druk spreekuur dat bijna altijd uitloopt. Meestal doen wij dat spreekuur met zijn tweeën. Soms doet de één het gesprek en zoekt de ander wat op of gaat bij de MJD naar binnen voor overleg. Na het spreekuur is er altijd een vervolg in de vorm van contacten met instanties zoals woningbouwverenigingen of met wijkbewoners die betrokken zijn bij een conflict.
Mijn tip nummer één is dat mensen met elkaar in gesprek blijven en begrip hebben voor elkaar. Als het gaat om overlast: de één heeft er eerder last van dan de ander. Je kunt de hele tijd luisteren of je wat hoort, maar je kunt daar ook gemakkelijker mee omgaan. Als twee mensen ruzie hebben, dan is lang niet altijd degene die klaagt de meest onschuldige, het ligt vaak heel genuanceerd. Blijven praten, begrip en respect, dat is allemaal heel belangrijk en kan escalatie voorkomen.
Wat zijn je hobby’s?
Ik ben graag buiten aan het wandelen of fietsen, maar met een drukke 36-urige werkweek en een huishouding met werkende echtgenoot en drie kinderen blijft er niet veel tijd over voor hobby’s.
Heb je wel eens een bekeuring gehad?
Ik heb een keer of vier een bekeuring gehad voor overtreding van de maximum snelheid, altijd tijdens privé-ritjes. Die bekeuringen heb ik natuurlijk altijd netjes betaald.
Wil je nog iets kwijt?
Ja, de politie wil graag heel toegankelijk zijn, laagdrempelig. Je kunt altijd bij de wijkagent iets bespreken en je kunt er meer mee bespreken dan je denkt. De politie is er niet alleen om je te bekeuren of streng toe te spreken. De politieagent is er vooral om je van dienst te zijn bij allerlei zaken als contactpersoon. Maar je moet niet denken: ik ga naar de politie en het wordt opgelost. De politie helpt graag een gesprek op gang te brengen en ieder houdt daarbij zijn of haar verantwoordelijkheid om iets tot een goed einde te brengen.
Menno Fritsma (tekst) en Bart Luurtsema (foto)
Ik zoek een jannie wouda een oude schoolvriendin enig idee of ze nog agent is daar mochten jullie haar kennen of spreken of hoe ik in contact kom graag contact met mij opnemen jolanda dijkstra-de vries alvast bedankt