Interview met dr. Rob van Oort over zijn werk in Moldavië
De één begint bij het bereiken van het vijftigste levensjaar er al naar uit te kijken, de ander bij zestig en een derde wacht rustig af tot het zover is: de pensioenleeftijd. Maar er zijn ook mensen die daar helemaal geen zin in hebben omdat er nog zoveel te doen is. Toen dr. Rob van Oort, na een werkzaam leven van 39 jaar als kaakprothese-deskundige bij het UMCG, in 2007 afscheid nam, had hij de eerste gedachten al laten gaan over het opzetten van een kliniek in Moldavië. En die kwam er. Op een zonnige maandagmorgen wandelden Bart en ik richting Hiddemaheerd om het verhaal te horen van deze wijkbewoner die idealen omzet in daden.
Wat deed u allemaal in het UMCG en hoe kwam u in Moldavië terecht?
Ik ben in 1968 afgestudeerd als tandarts en ben gaan werken bij de Rijksuniversiteit en kort daarop ook in het Academisch ziekenhuis, later UMCG geheten, op de afdeling Bijzondere Tandheelkunde. Dit is het specialisme dat zich richt op onderzoek, begeleiding en behandeling van patiënten met kanker en aangeboren afwijkingen. Ik kreeg de mogelijkheid om binnen de afdeling kaakchirurgie de bijzondere tandheelkunde op te zetten. Kanker kan heel grote gaten in de kaak en het gezicht veroorzaken. Mijn specialisatie is het maken van een prothese in samenwerking met de kaakchirurg. Zo’n prothese heeft een esthetisch doel, het verkrijgen van een min of meer normaal aangezicht, en een functioneel doel, dat de patiënt weer goed kan eten en spreken. In de laatste weken dat ik bij het UMCG werkte, liep op onze afdeling chirurg Rodica Mindruta uit Moldavië een kortdurende stage. Zij werkt in het Oncologisch ziekenhuis van de hoofdstad Chisinau en vertelde over de grote behoefte aan een afdeling als de onze. Moldavië ligt tussen Roemenië en de Oekraïne en is één van de armste landen van Europa.
Tijdens mijn afscheid bij het UMCG is een inzameling gehouden waarmee een begin gemaakt kon worden, maar wat lang niet genoeg was voor een echte start.
Wat daarna erg hielp was een sponsortocht die een ex-patiënt van mij, Jörgen van der Pol, op poten zette. Hij heeft in 2008 in zijn kajak 4000 waterkilometers overbrugd van Paterswolde naar Chisinau en daarmee 20.000 euro bijeengebracht. Met die opbrengst was 25 procent van de kosten van het inrichten van een praktijkkamer in het ziekenhuis gedekt. Minstens zo belangrijk was de publiciteit daaromheen voor het aantrekken van meerdere sponsoren. Zo’n sponsortocht vergt een hele organisatie en een inzet van veel vrijwilligers. Onder andere om dat in goede banen te leiden, is begin 2008 de stichting ‘Smiles for Moldova’ opgericht. De tocht ging over de waterwegen van tien Europese landen en daar moet een erkende organisatie achter zitten om vergunningen te regelen enzovoort. Het was een heel geslaagde sponsortocht.
Dan bent u daar in Moldavië in uw eentje. Hoe redt u dat?
Ik zat daar zeker niet in mijn eentje. Het is heel belangrijk om dat in organisatieverband te doen. De stichting ‘Smiles for Moldova’ is er om te zorgen voor voldoende financiële middelen om het project draaiende te houden. Daarnaast moet je ook een organisatie hebben die op allerlei andere gebieden ondersteuning biedt. Een voorbeeld: in Nederland is in ziekenhuizen een plattere organisatiestructuur normaal, iedereen gaat min of meer gelijkwaardig met elkaar om. In Moldavië is dat heel anders, daar heerst een strikte hiërarchie. De directeur van het ziekenhuis bepaalt alles. En het duurt daardoor lang voordat er een keer een beslissing wordt genomen. Zo zijn er meer cultuurverschillen. Ik ben vrij snel na mijn afscheid een week in het ziekenhuis in Chisinau geweest om de mogelijkheden te bespreken. Voordat ik ging heb ik contact gezocht met PUM. PUM is een afkorting van Programma Uitvoerend Management en is een organisatie op het gebied van ontwikkelingssamenwerking die vrijwilligers contracteert en begeleidt bij projecten in zo’n 70 landen in Afrika, Azië, Latijns-Amerika en ook in Centraal- en Oost-Europa. PUM wordt medegefinancierd door de overheid. Bij PUM regelen ze van alles en vertellen je hoe je huisvesting, verzekeringen, enzovoort moet aanpakken en organiseren. Er is veel kennis over verschillende culturen en hoe daar mee om te gaan.
Hoe gaat het nu in het Moldavische ziekenhuis?
Goed. Eind 2010 is gestart met de verbouw van de chirurgische afdeling en nieuwbouw van de tandheelkundige kliniek. Ook werd de afdeling verbouwd waar patiënten, die niet meer kunnen genezen, intensief worden verzorgd. De stichting had voldoende geld verzameld om dat alles te realiseren. Rodica Mindruta is hoofd van de afdeling geworden en medewerkers zijn gerecruteerd uit de bestaande groep medewerkers van het ziekenhuis. Die zijn vervolgens in Groningen opgeleid. Het UMCG en mijn ex-collega’s gaven geweldige medewerking. Ik ben na de eerste keer nog zo’n zes keer in Moldavië geweest om patiënten te behandelen, om workshops en trainingen te geven, enzovoort. Eind augustus ga ik er weer heen.
U heeft in andere landen ook projecten. Bent u dan niet voortdurend op reis?
Dat valt wel mee dankzij de nieuwe media. Het adviserend werk kan heel goed via Skype en e-mail. Ik werkte voor PUM ook in Rusland en momenteel in Cambodja. In Rusland ben ik één keer geweest en in Cambodja vier keer. In Cambodja ondersteun ik een jonge Nederlandse tandarts die daar werkt. In 2001 zijn wij bij het UMCG in Mongolië al met iets soortgelijks bezig geweest, dus er was enige ervaring.
Is er nog tijd over voor hobby’s?
Jazeker. Samen met mijn vrouw Riet genieten wij erg van ons mooie uitzicht richting Zuidwolde en wij fietsen graag. Ik stap regelmatig op de racefiets. Oppassen op de kleinkinderen is ook een grote hobby van ons. Ik mag graag tekenen en schilderen. Dat ligt ook weer in het verlengde van mijn werk. Ik ben gepromoveerd op kleuren, hoe tot in perfectie protheses een kleurimitatie van de huid te geven, zoals kunstogen, kunstoren, kunstneus. En ik heb een 0-urencontract bij het UMCG. Mijn werk blijft nog steeds trekken.
Voor meer informatie: www.smilesformoldova.eu
Menno Fritsma (tekst) en Bart Luuurtsema (foto)
De foto van de ontvangst van de kanovaarder komt uit het archief van Rob van Oort